Van vlees tot medicijnen
Bij het maken van vleesproducten blijven (voedsel)verliezen heel klein. Zowat alles van een dier (het karkas) wordt in Nederland benut. Van kop tot staart komen dierlijke producten op de markt, ook als grondstof voor medicijnen, cosmetica, leer voor riemen, schoenen en tassen, diervoeding, allerlei snoepgoed, lijm, verf, werkhandschoenen, borstels, en als brandstof enzovoorts. Gaat het over vlees, dan wordt met karkas bedoeld: alle bevleesde delen (inclusief bot) van een geslacht dier, nieren en wat vet inbegrepen.
Vierkantsverwaarding
Als een geslacht dier van kop tot staart benut wordt, noemen we dat dus vierkantsverwaarding. Deze vakterm is ontstaan doordat bij de verwerking naar vleesproducten, een dierlijk karkas in vier delen (‘kwartieren’) wordt opgesplitst.
De delen die niet rechtstreeks bruikbaar zijn voor consumptie, zijn dan al verwijderd. Bij runderen zijn dit de kop, de onderste delen van de poten, de huid, bloed, het spijsverteringsstelsel, het bloedvatenstelsel en ademhalingsstelsel. Bij varkens horen de kop, de huid en de pootjes wél bij het karkas. Ook deze ‘rest’-delen worden bij vierkantsverwaarding benut. Van varkensmucosa (darmslijmvlies) wordt bijvoorbeeld heparine gemaakt, een onmisbaar bloedverdunnend/ antistollingsmedicijn dat veel mensen nodig hebben. Elk mogelijk deel van het dier wordt tot waarde gebracht.